Asbestvervuiling speeltuin : Stad Ninove laat het zo…

14 Februari 2012

Asbestvervuiling speeltuin : Stad Ninove laat het zo…

Ongelooflijk maar waar: Stad Ninove stelt zich geen burgerlijke partij in de zaak van de asbestvervuiling in de speeltuin van het stadspark. Raadsleden Wouter Vande Winkel (Groen) en Fons Schorreel (sp.a) reageren verbijsterd: "Dit valt op geen enkele logische manier te begrijpen." Op de zitting van het schepencollege van 8 november besliste het schepencollege zich geen burgerlijke partij te stellen in de zaak van de asbestvervuiling in de heraangelegde speeltuin in het stadspark. Nochtans had de stad daar alle redenen voor: niet alleen werden de bezoekers van de speeltuin blootgesteld aan een potentieel risico, de stad zal ook moeten opdraaien voor de saneringskosten. Voor de beslissing baseert de stad zich op het onderzoek van de firma Ecorem van vorig jaar. "Dat onderzoek kan echter onmogelijk volstaan om definitieve conclusies te trekken over de oorzaak van de vervuiling," zegt raadslid Wouter Vande Winkel, "In totaal werden 7 boringen uitgevoerd, waarvan 5 op het terrein van de speeltuin en 2 op het terrein van kinderopvang 't Kadeeken. Beide terreinen werden echter recent bewerkt en dus kan je onmogelijk zo maar concluderen dat het hier om een historische vervuiling gaat."

Dat laatste is namelijk de piste die de stad sinds juni halsstarrig blijft volgen. Tot een stuk in de jaren '40 stond immers een luciferfabriek op het terrein van het huidige stadspark, die aan het begin van WOII echter gebombardeerd werd door de Duitsers. Pas in de jaren '50 werd het huidige stadspark aangelegd. De asbestvervuiling zou dus van de toenmalige luciferfabriek afkomstig zijn. Het eindrapport van Ecorem vermeldt echter slechts dat de vervuiling vermoedelijk historisch is, maar dit zonder enige concrete motivering.

Raadslid Wouter Vande Winkel trok echter naar het archief van het kadaster in Gent om te bekijken tot waar de oude luciferfabriek zich precies uitstrekte: "Vreemd genoeg bleken de huidige perceelsnummers van het stadspark en verderop van de sporthal volgens het kadaster steeds hooiland geweest te zijn."

Een oude luchtfoto van 1933 brengt opheldering. Op de luchtfoto zie je de fabriek, een eerste stuk van de Pollarebaan en een aantal huisjes van 'de blokken'. Ook de aanlegsteiger van de fabriek aan de Dender ? die er nog steeds staat ? is een referentiepunt. "Op basis van die herkenningspunten hebben we een ruwe reconstructie van de locatie van de fabriek kunnen opstellen. Die reconstructie is zeker niet tot op de meter correct, maar geeft toch redelijk goed aan waar de fabriek gestaan heeft," vertelt Vande Winkel.

Wat blijkt? Slechts een klein stukje van de fabriek was op het terrein van de huidige speeltuin gelegen. De fabriekshal die aan de speeltuin grensde, lag pal op de huidige locatie van zwembad De Kleine Dender. "En dat maakt het verhaal van het stadsbestuur al helemaal bizar," vertelt Vande Winkel, "want het stadsbestuur heeft steeds beweerd dat de grond afkomstig van de werken van De Kleine Dender geattesteerd was. Als er zich geen asbest bevond in de grond van De Kleine Dender, van waar komt het asbest dan wel?"

De asbestvervuiling zonder meer als 'historisch' categoriseren leek ons altijd al nogal kort door de bocht ? asbest werd pas na WOII een veel gebruikt bouwmateriaal in België ? maar wordt nu toch een bijzonder ongeloofwaardige piste. Indien het asbest geen historische vervuiling is, komen uiteraard zowel de aannemer als uitvoerder van de werken, het Autonoom Gemeentebedrijf Diensten Ninove (AGB DN) als toezichter van de werkzaamheden en de stad zelf als controlerende overheid in bijzonder nauwe schoentjes.

Raadslid Fons Schorreel blijft voorzichtig: "We hebben ons met sp.a-Groen steeds vragen gesteld bij de hele affaire. Hoe kon het dat noch de aannemer, noch het AGB DN de vervuiling heeft opgemerkt en een particulier burger wel? Op dat vlak zijn de verantwoordelijkheden netjes onder de mat geveegd, want zelfs indien het een historische vervuiling betreft mag je van de toezichter op de werkzaamheden toch verwachten dat men iets dergelijks opmerkt. Dat men nu geen enkele moeite doet om de hele zaak uit te klaren, is ronduit bizar."

Vande Winkel stelt zich ook vragen bij het kostenplaatje dat aan de hele zaak vasthangt. "Uiteindelijk zal ? indien de stad bij haar standpunt blijft ? de factuur bij de Ninoofse belastingbetaler terechtkomen. Als de vervuiling echter een externe bron heeft, zal de factuur bij die externe bron terechtkomen. Een burgerlijke partijstelling kost haast niks, dus de stad heeft er alles bij te winnen. Er zijn voldoende aanwijzingen om een diepgaander onderzoek te rechtvaardigen."

Groen-voorzitter Jordy De Dobbeleer en sp.a-voorzitter Stijn Vermassen zijn formeel: "Op de gemeenteraad van maart leggen we een besluit ter goedkeuring voor waarin de gemeenteraad het schepencollege opdraagt de stad burgerlijke partij te stellen in de affaire. Momenteel bekijken we nog de mogelijkheden, maar als de stad zich geen burgerlijke partij stelt, doen we het desnoods zelf." Dat laatste moet mogelijk zijn, maar de stad is als financieel benadeelde het best geplaatst om zich burgerlijke partij te stellen.