Freddy Van Eeckhout en het oneindige verhaal van de gestegen energiefactuur
17 November 2011
Sinds een half jaar probeert gemeenteraadslid Wouter Vande Winkel (Groen!) antwoord te krijgen op een simpele vraag: heeft de Ninoofse VLD-CD&V-LDD-meerderheid ingestemd met de volstrekt onrechtvaardige verhoging van de elektriciteitstarieven? Een eenvoudig ja of nee volstaat als antwoord, maar zes maanden na de eerste schriftelijke vraag weigert schepen van patrimonium Freddy Van Eeckhout nog steeds te antwoorden. Van Eeckhout: een aanfluiting van wat een schepen moet zijn. Ieder van ons heeft kunnen vaststellen dat de elektriciteitsprijzen het afgelopen jaar fors gestegen zijn, gemiddeld met 33%. De grote energieproducenten (u weet wel, dat genre dat het klimaatsprobleem niet op onze kinderen wil afschuiven) zijn er in geslaagd bij een groot deel van de bevolking de idee in te planten dat dat voornamelijk de schuld is van de buurman zijn zonnepanelen, want de groenestroomcertificaten maakten een stijging van de prijzen noodzakelijk. Wie een blik werpt op de concrete cijfers merkt dat dat nogal kort door de bocht is. De groenestroomcertificaten zijn inderdaad zo succesvol dat een stijging van de prijzen noodzakelijk is. De vraag is natuurlijk wie voor die enorme factuur moet opdraaien. Dan lijkt het ons toch volstrekt logisch dat wie veel groenestroomcertificaten aflevert, ook evenredig bijdraagt tot de nieuwe prijzen.
Dat is echter allerminst het geval. Grof gerekend kan je stellen dat van alle groenestroomcertificaten slechts 14% voortvloeien uit zonnepanelen, de overige 86% vloeien voort uit wind- of waterenergie of biomassainstallaties. Slechts de helft van die zonnepanelen zijn echter bij particulieren (uw spreekwoordelijke buurman) geïnstalleerd, wat tot de logische conclusie leidt dat de gewone consument voor slechts 7% verantwoordelijk is voor de stijging van de groenestroomcertificaten, terwijl die consument zijn/haar factuur toch met gemiddeld 33% heeft zien stijgen. Ieder van ons betaalt dus voor een stukje mee aan de zonnepanelen van zijn buur, maar voor een véél groter stuk aan de grote installaties van de bedrijven.
"Volstrekt onrechtvaardig," vindt Groen! gemeenteraadslid Wouter Vande Winkel, "en dus wou ik weten of de Ninoofse meerderheid met deze regeling had ingestemd." Stad Ninove is immers aandeelhouder van Intergem, dat op zijn beurt aandeelhouder van Eandis is, waar beslist werd over de tariefverhoging.
Een eerste schriftelijke vraag vertrok op 19 mei, maar bleef onbeantwoord. Een herinneringsmail 30 september bracht nog steeds geen antwoord en dus interpelleerden we dan maar noodgedwongen over de kwestie. Dat leidde tot een hallucinante vertoning op de gemeenteraad, waar schepen Van Eeckhout (CD&V), lid van het directiecomité van Intergem voor Stad Ninove (één van de 500 mandatarissen die in energieintercommunales verondersteld worden onze belangen te verdedigen) met glans het wereldrecord rond de pot draaien verbrak. "Hij begon met de mededeling dat hij me eens ging uitleggen hoe moeilijk die problematiek van de groenestroomcertificaten wel niet was. Mijn opwerping dat ik het dossier voldoende kende en dat ik een simpel antwoord op een simpele vraag wou bracht geen redding," vertelt Vande Winkel, "Van Eeckhout stak een monoloog van een vol kwartier af, waarin hij van naadje tot draadje de problematiek uit de doeken deed. Dat hij blijkbaar het dossier eens goed bekeken had, is het enige positieve van onze tussenkomst, want antwoorden deed hij niet."
Dat leidt tot de volstrekt belachelijke situatie dat we blijkbaar een klacht gaan moeten indienen bij de gouverneur om dhr. Van Eeckhout tot zijn plicht te bewegen: een vraag van een raadslid beantwoorden. "Kinderachtig gedrag," stelt Vande Winkel, "Een ander woord heb ik er niet voor. Bij elke andere schepen krijg je vaak binnen de week, hoogstens twee weken, een antwoord op een schriftelijke vraag. Van Eeckhout presteert het om na zes maanden nog steeds een antwoord schuldig te blijven."
We kunnen enkel hopen dat de gouverneur dergelijke obstructiepolitiek niet aanvaardt. "Van Eeckhout is een aanfluiting van wat een schepen moet zijn," verklaart Vande Winkel, "Als schepen moet je uiteraard in eerste instantie vanuit de visie van je partij en coalitiepartner beleid voeren. In tweede instantie heb je toch ook de verantwoordelijkheid dat de oppositie haar taak moet kunnen vervullen. Zelfs als een raadslid een vraag stelt die je in een lastig parket brengt, moet je de fundamentele regels van het spel respecteren en de vraag beantwoorden."